Evaluatie NGS

Huidige status
Dit project is afgesloten, het eindrapport uit april 2017 is hier te downloaden.

Doel van het project
In dit project, officieel getiteld “Evaluatie Doelstellingen van de Neonatale Gehoorscreening 2014” staat het landelijk programma voor Neonatale Gehoorscreening (NGS) centraal. Dit programma heeft als doel om
kinderen met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 dB HL aan één of beide oren tijdig op te sporen, zodat tijdig gestart kan worden met een passende interventie. Hiervoor zijn doelstellingen benoemd, onder andere dat bij minimaal 95% van de kinderen binnen vier maanden een interventie wordt aangeboden. Het doel van de evaluatie in dit project is om na te gaan in hoeverre de doelstellingen bereikt worden en zo niet, wat daarvan de oorzaken zouden kunnen zijn en hoe e.e.a. verbeterd zou kunnen worden.

Methode
Van het cohort kinderen geboren in 2014 met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 dB is middels statusonderzoek retrospectief gekeken naar de tijdigheid van de diverse contactmomenten en de interventie(s). Geprobeerd is om op basis van dit dossieronderzoek op een twaalftal onderzoeksvragen antwoorden te geven. Van de 50 kinderen voor wie toestemming van ouders verkregen werd voor inclusie in de studie, voldeden uiteindelijk 47 kinderen aan het gestelde criterium m.b.t. het gehoorverlies.

Belangrijkste conclusies
Uit het onderzoek blijkt dat in de meeste gevallen tijdig diagnostiek wordt gepleegd en interventie wordt ingezet. Echter, op enkele punten worden de doelstellingen nog niet volledig gehaald. Dit betreft de indicatoren tijdige inzet van interventie voor een leeftijd van 4 maanden en het afronden van diagnostiek na 92 dagen. De mate van gehoorverlies blijkt hierbij de meest bepalende factor, bij kinderen met kleinere verliezen treedt de meeste vertraging op. Dit is gekoppeld aan meer onzekerheid over aard en grootte van het gehoorverlies en twijfel over het nut van een snelle interventie. Daarnaast spelen vertragende factoren ten gevolge van logistiek een rol, hier is mogelijk beter op te anticiperen door de AC’s. Als laatste blijken comorbiditeit en/of ziekte bij het kind vertragende, maar moeilijk beïnvloedbare factoren.

Kerngegevens
Projectuitvoerder: dr.ir. A.J. (Arjan) Bosman
Begeleiding vanuit PACT: dr.ir. A. (André) Goedegebure
Subsidie: Centrum voor Bevolkingsonderzoek, RIVM, Bilthoven
Looptijd: mei 2016 – april 2017


PDF Downloads: